Tekst afscheid door Maurice

Lieve paps,

“Nee, wat maak je me nou?! Wordt eens wakker!” Ma tikte zachtjes je wangen, maar het was duidelijk. Je was niet meer.

Ja had het ’s nachts nog benauwd gehad, ma had je borst gemasseerd, waarna je had gezegd: ‘Ga jij nu maar slapen.’ Later moet je naar de bank zijn gestrompeld, je lievelingsplekje. Daar vond ma je ’s morgens, rustig, vredig.

“Bedankt voor de fijne jaren”, zei ze tegen je. En dat is precies wat ik ook wil doen. 

Want in de loop van je leven heb je het leven van veel mensen aangeraakt, beroerd, geïnspireerd, gedoceerd. Je hebt het leven volop genoten, je bent van betekenis geweest voor familie, vrienden, je studie-genoten, collega’s, studenten en patiënten. Van Nederland tot Nepal, van Tanzania tot Ecuador. 

Lieve pa, ik wil je bedanken voor de kleur en jeu die je aan menig leven hebt gegeven. Een kleine bloemlezing doet geen recht maar geeft wel een idee van jou als de mens die er tussenuit is geglipt. Want zo voelt het.

Voetbal zat ons in het bloed. 

Als klein manneke gaf jij mij op het grasveld bij onze Petmolen hoge voorzetten die ik dan moest inkoppen. En ja hoor, prompt scoorde ik de wedstrijd daarna met mijn hoofd! 

Ajax was onze club. Op de brommer togen we aan het begin van elk seizoen naar het Olympisch Stadion. Dan zagen we twee wedstrijden op een zomeravond, van internationale ploegen uit exotische landen. Er gebeurde altijd wel wat; we waren getuigen van het debuut van Jesper Olsen; onze brommer werd gestolen of we hoefden niet te betalen bij een Chinees omdat je de eigenaar ooit een keer had behandeld. 

Mooie herinneringen. Toch jammer dat je in latere jaren een tenenkrommende neutraliteit ontwikkelde: ‘Dat de beste maar moge winnen’ was niet echt een opmerking waarop ik zat te wachten als Ajax het in een belangrijke wedstrijd moeilijk had.

Muziek is altijd belangrijk geweest:

Boventoon-zingen,

Droomland 

California Dreaming met het Aubade-koor. Wat zullen ze je tenor en solo’s missen,

De meezing-Messiah in theater Carré…  Overweldigend volume als en masse de hele zaal, zo’n 900 man, opstaat en invalt. Hallelujah en kippenvel.

Maar net zo makkelijk zong jij: “er zit een vogel op een tak en die kan niet kakken… er was een veertje aan z’n poepertje blijven plakken”… Enfin.

Met mams aan je zijde luisterde je menig verjaardag of bruiloft op met een zelf geschreven lied; afgelopen september nog bij mijn schoonmoeder Aadje. Wat vond ze het bijzonder.

Je mondorgel kwam ook op de meest onverwachtse momenten uit je borstzak tevoorschijn; bijvoorbeeld op ziekenzaal in het ziekenhuisje in Mombo, Tanzania. Je schreef zelf daarover: ’50 bedden/minstens 1000 patiënten, ze liggen op schuimrubber doordrenkt met uitwerpselen… Maar wat een sfeer.’

Enige tijd was je begeisterd van oost-Europese Jiddische Klezmer muziek. Gelukkig kortstondig.

Lieve pa, ik wil je bedanken voor je rare fratsen: 

– onverwachtse weddenschappen, 

– het traditioneel door jou betaalde eerste etentje op menig vakantie

– je ongeduld met spulletjes (“kom op klote ding!”, schijn ik van je te hebben overgeërfd).

– je fantasietaal die je een tijdje met Dennis bezigde

–  de vele gesigneerde weggegeven boeken, ook al vroeg de ontvanger zich af ‘wat moet ik hier in vredesnaam mee?!’

–  m’n eerste illegale autorijles temidden van een troep leeuwen in de Ngorongoro krater, het Hof van Eden, en vervolgens tientallen kilometers huiswaarts over Afrikaanse wegen. Het zweet stond op m’n rug. Maar jij had er alle vertrouwen in.

–  je over-enthousiaste plannen voor ons Wijchense Gezondheidscentrum:

  • een kant-en-klare folder over runningtherapie, want ja, fysiotherapie en psychologie, was een unieke combinatie van disciplines.
  • een fysiotherapie-symposium kon zo worden geregeld; je kon gerenommeerde sprekers ronselen, voor niets! Namelijk  vrienden als Jan Simons, Rob Boermsa, Peter Lunacec. Als er maar een lekker etentje geregeld werd, met een drankje… ‘Je moet altijd het nuttige met het aangename verenigen.’
  • “Doen jullie aan hartcoherenietraining? voeg je. Nee..? is interessant hoor… houden we contact over. Is een nieuw studieproject van me.”

–  nadat je de video op je telefoon had ontdekt, duizelde het van de filmpjes op de family-app, veel eetpartijen maar ook pareltjes zoals een fraaie kerkzang met Dirk en Adri in een leeg kerkje ergens in Frankrijk, met als slotakkoord een langgerekte boventoon.

–  betrokken whatsapp-berichten:

  • ik: “vandaag mijn psychose-gevoelige patiënt met hoogtevrees op de derde verdieping afgeleverd bij haar kleinzoon van een week oud… Blijdschap alom. Leuk vak toch.”
  • jouw antwoord: “Ik heb er nog aan gedacht. Moest de brandweer nog worden ingeschakeld?”

–  ik ben blij dat je onze uitbouw van de Glimwormstraat nog hebt gezien, uiteraard mede mogelijk gemaakt door jou en ma… 

Lieve pa, Ik wil je bedanken voor het in Fedor en mij gestelde vertrouwen en de steun op afstand toen jullie naar Tanzania togen. Fedor en Tamas in het ouderlijk huis, ik beginnend aan een zelfstandig leven in Maastricht. De financiële support bood zekerheid. De nimmer aflatende belangstelling voor mijn studie Gezondheidswetenschappen wekte altijd vertrouwen. Je adviseerde boeken, stimuleerde om actief aan de slag te gaan met practica, ook van andere studierichtingen; een cursus-dissectie (in de volksmond ‘lijken snijden’) moest je altijd aanvaarden als dat op je pad kwam!

Jullie togen naar Tanzania. Ma ging mee. Maar het was jouw idee, en eigenlijk mocht ze zich nergens mee bemoeien. Zo ruimte-latend als je voor anderen was, zo star was je jegens George. Tja, ieder mens heeft zo z’n weerbarstige kantjes. Maar we mogen nooit vergeten dat je zo hebt kunnen floreren mede dankzij ma aan je zijde… 

Reizen. Verre oorden. Mooie herinneringen. Zomaar een greep:

  • Benalmaldena, zuid-Spanje; waar je me als 7-jarige erop uit stuurde om 4 broodjes en een pak melk te kopen.
  • Tunesië – bij het boeken van een reisje naar Tunesië had je je vergist in de week en stuurde het schoolhoofd een keurige brief dat je uiteraard snapte dat hij geen vrij kon verlenen maar dat hij niet verbaasd moest zijn als een exotische ziekte het hele gezin die week zou vellen.
  • vele zomers trokken we met het gezin in de vouwwagen door Frankrijk. Op quartorze julliet (de nationale feestdag) mobiliseerde je alle campinggasten en werd ik voor m’n 12e verjaardag toegezongen in het Frans, Nederlands en Duits. Met een vreemde mevrouw moest ik de vogeltjesdans dansen en kreeg champagne in een plastic bekertje.
  • Je ging alleen met Fedor naar de Griekse eilanden. Iedereen vond dat raar. Behalve wij. Bovendien kon hij een prijs winnen als hij zonder een spier te verrekken een olijf helemaal opat.
  • Met mij ging je naar Egypte. Vier weken zwierven we langs de Nijl, hadden diarree, sliepen tussen de tenen van een metershoog standbeeld van farao Ramses, en zagen de mooiste sterrenhemel ooit met 19 man op een rijtje platliggend op een snelweg midden in de woestijn bij Abu Simbel. 
  • Ethiopie: je ging er 6 (of 12?) weken heen, werkend met leprapatienten. Het zou een terugkerend thema in je leven worden.
  • Een hoofdstuk apart was Tanzania. Het heeft diepe indruk gemaakt op jullie, jullie vrienden die langskwamen, op mij. Begroetingen doen we nog altijd in ons beste Swahili. Habari… kwaheri…twende… ni me lala kamagogo, al zou het me niet verbazen als deze laatste een verzinsel van jou blijkt te zijn. 
  • Nepal: je ging er stage-lopen op het platteland voor je antropologie-studie. ‘Geen mens is immers ooit te oud om te leren.’ Al vrees ik dat men vooral van jou heeft geleerd, aldaar. Aldus, werd je als pensionado alsnog een trotse master of science. Drs P
  • En min of meer toevallig troffen we elkaar een keer in Kathmandu. Jij, ma en Frans Broeks zaten werkelijk in het meest shabby hotel van de hele stad. Maar ‘een mens heeft niet veel nodig’.
  • International Congres of Physiotherapy te Equador: Toen je USB-stickie met alle presentaties door een virus was besmet was de wereld te klein en de immer aimable Piet ver te zoeken. Ik ben blij om dat te uit betrouwbare bron te hebben vernomen… het maakt je mens.
  • En last but not least: Kreta, 3 jr. geleden organiseerde jij en ma een heerlijke week voor ‘ons achies’ om jullie 50-jarig huwelijk te vieren. Nu weten we hoe belangrijk dat is geweest.

Lieve paps, ruim een jaar geleden schrokken we ons rot; je had darmkanker. Uit het niets. Acuut. Heftig. Toen heb ik voor het eerst beseft hoe broos het leven is. In het ziekenhuis was je een zielig hoopje mens, er zat geen greintje vader meer in jou. Na de behandeling, krabbelde je gelukkig geleidelijk op. En onlangs vierden we nog dat je volledig schoon was.

Ik vond je sindsdien fysiek wat strammer, iets onzeker in je motoriek. Maar mentaal was je helemaal terug. Je had weer plannen en ideeën voor tien. Aan de telefoon klonk je soms zelfs een beetje eufoor/manisch; je ratelde maar door en luisterde minder. Je moest door… het had wat weg van ‘Leef! Alsof het je laatste dag is’. Ken je dat nummer eigenlijk van Hazes jr?

Wat ma het meeste gaat missen: je babbels. Ja, het zal stil worden zonder jou.

Bijzonder is deze dagen de verbazing bij verschillende mensen. Menigeen ziet jouw trekken, motoriek en mimiek terug bij Fedor en mij. Mooi idee dat zo iets van jou door leeft. 

Je was een bijzonder mens. 

Oprecht kan ik zeggen dat ik me geen betere vader had kunnen wensen. En vorig jaar zei je al dat je met tevredenheid terugkijkt op je leven. Het intense verdriet dat ik ervaar zal daardoor op den duur dragelijk worden. Daarvan ben ik overtuigd. 

Nooit meer zal je zeggen: unwkwenda nyumbani – al ga je nu wel naar huis, naar je plek.

Lieve paps, Tutaonana baadaaye – we’ll meet again.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *